Noorderlichtjagen in Limburg doe je zo

Noorderlicht basics

Noorderlicht wordt veroorzaakt door geladen deeltjes die afkomstig zijn van de Zon. Wanneer zo'n deeltje in de atmosfeer van onze Aarde in botsing komt met een zuurstof(stikstof/waterstof)atoom wordt er licht uitgezonden. Hoe meer van die deeltjes in de atmosfeer terechtkomen, hoe meer licht er dus zal worden gegenereerd. Op een hoogte tussen 100 en 200 kilometer boven de Aarde wordt er na botsingen met zuurstofatomen groen licht uitgestraald. Tussen de 200 en 350 kilometer hoogte wordt dat rood licht.

Doordat het rode noorderlicht hoger in de atmosfeer ontstaat kunnen we dit vanop veel grotere afstand waarnemen dan het groene. Vanuit Limburg doorgaans enkel met een camera omdat onze ogen vijf keer minder gevoelig zijn voor rood (630 nm) dan voor groen (558 nm). En het uitgezonden licht meestal te zwak is om goed te worden gezien. Het groene noorderlicht zullen we doorgaans laag boven de horizon kunnen waarnemen, maar daar hebben we op vele plaatsen ook veel last van lichtvervuiling. Die lichtvervuiling overstemt het noorderlicht waardoor de foto laag boven de horizon vaak eerder oranje-geel zal kleuren.

Om het noorderlicht in Limburg te kunnen zien moet je moeite willen doen. De kans dat je het vanuit je raam kan zien is klein, tenzij je toevallig op een zeer donker plekje woont met geen lichtvervuiling richting het noorden. Urenlang wachten op een donker plekje in een open plek in de natuur of tussen de velden zal je kansen enorm vergroten. Ook al is de kans dat je het te zien krijgt altijd klein.

Foto: Ikzelf voor het noorderlicht in Kortenbos. Het noorderlicht bevond zich toen nog steeds op ongeveer 800 kilometer afstand van Limburg. Dankzij de juiste camera-instellingen kon het kleurrijk worden vastgelegd. Met het blote oog was het nauwelijks te zien.

kortenbos_5-11-2023-4.jpg

Enkele tips en weetjes van Weytjens:

1) Zoek een donker plekje op

Noorderlicht zie je meestal niet als je 10 keer binnen en buiten loopt. Het hoogtepunt is doorgaans te kort van duur. Bovendien hebben je ogen minuten nodig om zich aan te passen aan de duisternis. Je begeeft je best naar een plekje waar je geen last hebt van hinderlijke straatverlichting of sportstadions. Met de gloed van een stad in je zichtveld op het noorden wordt het haast onmogelijk. Zorg dat je op z'n minst de Grote Beer duidelijk kan zien. Doorgaans is het rode noorderlicht in de buurt van dit sterrenbeeld te vinden.
Voortdurend op je smartphone kijken zal er ook voor zorgen dat je ogen niet wennen aan het duister.

2) Je camera legt het noorderlicht veel beter vast dan je blote oog

Je ogen schieten in het donker vaak te kort om kleuren waar te nemen. Gebruik je camera dus als hulpmiddel, zoals velen een bril of contactlenzen gebruiken om de wereld te zien zoals hij werkelijk is. Onze ogen gebruiken in het donker cellen die goed zijn in het weergeven van grijsschalen. Bij voldoende licht spreken onze ogen cellen aan die ook kleuren laten zien. Soms kan de noorderlichtintensiteit dus voldoende worden om kleur waar te nemen. Doorgaans is dat enkel in de poolstreken het geval, in zeer zeldzame gevallen zou je ook kleur kunnen zien in Limburg.

kortenbos_5-11-2023-3.jpg

3) Laat je niet gek maken door spectaculaire foto's.

Verwacht niet teveel op basis van de foto's die je online tegenkomt. In de eerste plaats legt een camera het noorderlicht dus beter vast dan je blote oog. Maar vaak worden foto's ook overbewerkt. Velen stellen de witbalans dramatisch warm in of gaan eindeloos tweaken in Lightroom waardoor de foto er in sommige gevallen als in een discotheek komt uit te zien. 
Soms zien de foto's er overdreven uit omdat men de camera gewoon niet correct kan hanteren. Vaak gaat het om aandacht en likes en likes en likes...

Het feit dat je het noorderlicht ziet met je eigen ogen, al is het niet kleur, is zoveel mooier dan zo'n extreme foto.

Noorderlicht in Limburg door de camera

kortenbis_5-11-2023-19 kleur.jpg

Noorderlicht in Limburg met je blote oog

kortenbis_5-11-2023-21 oog.jpg

4) Camera-instellingen

Wil je een scherpe foto van de nachtelijke hemel dan zal je je camera (smartphone) op een statief of stabiele ondergrond moeten plaatsen. Je gaat met langere sluitertijden te maken krijgen en elke beweging zal voor minder scherpte of streepjes i.p.v. mooie sterren zorgen. Een fotocamera ga je doorgaans op de M-stand instellen. Waarbij je ISO, sluiertijd, diafragma en witbalans manueel gaat aanpassen.

Een beste instelling bestaat niet. Ten eerste hangt de gepaste instelling bij een bepaalde omstandigheid sterk af van je camera (beeldsensor) en lens. 
Maar aangezien je ergens moet beginnen zou je de volgende waarden kunnen instellen: ISO 800-1600, sluitertijd 5-15 sec, f1.6-3.5, witbalans 3200-4000K.
Je gaat manueel moeten focussen, bij voorkeur op oneindig. Wil je zelf scherp op een foto dan verhoog je de f-waarde en compenseer je dit door de ISO te verhogen. Je krijgt dan wel meer ruis op de foto want hoe hoger de ISO hoe meer korrel er wordt toegevoegd.

Tegenwoordig kunnen smartphones in de nachtmodus ook redelijke foto's van het noorderlicht maken, zolang er maar een focuspunt in de diepte gevonden kan worden. Poster-foto's ga je er niet mee kunnen maken maar een mooi aandenken is vaak ook al bevredigend. 
Via de professionele modus kan je met heel wat smartphones ook zelf de sluitertijd en ISO aanpassen.

5) Besef hoe bijzonder het is, beleef het noorderlicht!!

Noorderlicht kunnen waarnemen met behulp van een camera is in Limburg zó bijzonder dat het voor de echte natuurliefhebber meer kicken kan zijn dan het kleurrijk dansende noorderlicht met eigen ogen in Lapland te zien. Voor wie er geen gevoel of passie voor heeft kan het echter saai en teleurstellend zijn om vast te stellen dat de camera's het noorderlicht beter vastleggen dan wat je ogen ervan maken.

Maar als je beseft welk proces er achter zit, dan kan je er toch alleen maar vol bewondering naar staan te kijken?

1) Vanwege kernfusie in de Zon wordt er hitte gegenereerd.
2) Deze hitte zorgt voor elektrisch geladen deeltjes (plasma)
3) Door kortsluitingen in het complexe magneetveld op de Zon ontstaan er explosies 
4) Die explosies sturen plasmadeeltjes de ruimte in, waarvan een deel soms naar de Aarde komt
5) Het magneetveld van de Aarde kan door een sterke stroom plasmadeeltjes worden platgedrukt
6) Daardoor komen de deeltjes zuidelijker dan de poolstreken in de atmosfeer terecht
7) Onze atmosfeer bevat waterstof, zuurstof en stikstof waarmee die deeltjes kunnen botsen
8) Bij die botsingen worden lichtdeeltjes gegenereerd
9) Wij hebben ogen om die lichtdeeltjes te kunnen waarnemen
10) Wij hebben verstand om te beseffen hoe bijzonder het is om dit uiteindelijk te zien te krijgen, i.p.v. dat we ernaar staan te kijken als een koe die naar een voorbijrazende trein kijkt...

Hoezo jammer dat we de kleuren niet perfect zien zoals op de foto? Een foto die door allerlei instellingen te veranderen ook nog eens totaal anders kan komen uit te zien. Ik zeg dus: Beleef het noorderlicht en laat je verwonderen!!!

cme_2003.jpg

6) Om hoe laat?

De vraag die me door een leek het vaakst wordt gesteld is "om hoe laat mag ik het noorderlicht verwachten?". In Lapland of IJsland is die vraag als noorderlichtgids makkelijker te beantwoorden dan in Limburg. Omdat in Lapland en IJsland aan veel minder voorwaarden moet worden voldaan. Daar heb je haast dagelijks in zekere mate noorderlicht, ook wanneer de zon zich rustig houdt. Zolang het magneetveld van de constante stroom van zonnewinddeeltjes maar gunstig gepolariseerd is kunnen we op een heldere avond noorderlicht verwachten, doorgaans in fasen en met sterk wisselende intensiteit.

In Limburg hebben we om te beginnen altijd een knaller op de zon nodig waarmee een enorme wolk aan zonnewinddeeltjes de ruimte in wordt geslingerd. En die wolk moet dan ook nog eens naar de Aarde gericht zijn. Het is dan in de eerste plaats wachten op de aankomst van de verwachte plasmawolk. Omdat er 150 miljoen kilometer zit tussen de bron (Zon) en onze Aarde kan er onderweg veel vertraging of voorsprong op het ingeschatte schema worden opgelopen. Het is sowieso haast onmogelijk om de exacte beginsnelheid van de zonnewind te bepalen. Dat moet aan de hand van beelden gebeuren want we kunnen geen metertjes dicht bij de Zon plaatsen. Zit je daar 50 km/sec naast, dan heeft dat al een grote impact over die afstand van 150 miljoen kilometer...
Bovendien kan de plasmawolk onderweg in de ruimte een soort wrijving of weerstand ondervinden van eerder uitgestoten deeltjes die een tragere snelheid hebben en ander magneetveld met zich meedragen. Zodoende moeten we altijd met een marge van +/- 6 uur rekenen rond een ingeschatte aankomsttijd.
En soms gebeurt het dat ons aardbolleke precies in een zone zit waar een opening in de plasmawolk ervoor zorgt dat we er niets van merken... Kortom: We weten na een explosie of eruptie van een plasmawolk dat er mogelijk iets zit aan te komen. Maar wanneer of en wanneer deze ons precies zal bereiken is altijd een vraagteken.

Eens de plasmawolk in de buurt van de Aarde komt kunnen we wél meten welk magneetveld de deeltjesstroom met zich meedraagt. Is deze ongunstig dan kunnen we het schudden. Is deze gunstig dan is het hopen dat er niets aan verandert en kunnen we hopen dat het magneetveld rond de Aarde voldoende verstoord wordt om het noorderlicht voldoende zuidelijk te doen uitkomen. Zodat we er foto's van kunnen nemen en misschien ook een zwakke glimp van kunnen opvangen. Daarvoor moeten we wachten tot er zich een zogenaamde substorm ontwikkelt. Dat gebeurt soms meteen na aankomst op Aarde, maar vaak is het daar ook een hele tijd op wachten. In de loop van de dag kunnen er zich verschillende substormen voordoen, soms met 1 a 2 uur ertussen.

Het moge dus duidelijk zijn dat de vraag hoe laat we noorderlicht mogen verwachten gewoonweg niet precies te beantwoorden is. En dat we het met geduld bij een ruwe indicatie moeten doen.

7) Kom mee op noorderlichtreis!

Wil je het noorderlicht en z'n kleuren écht met je eigen ogen zien dansen, dan zal je toch naar bijvoorbeeld Lapland, Noord-Noorwegen of IJsland moeten. Wat de kleuren zijn soms écht te zien. En de steeds veranderende intensiteit en vormen aan de hemel zijn eigenlijk nog mooier om te beleven dan het zien van de kleuren. Zelf mocht ik dit spektakel al honderden keren aanschouwen. Doordat het er altijd anders uitziet blijft het gewoon spannend om elke keer weer te gaan noorderlichtjagen. 

Om het fantastische gevoel onder het noorderlicht met anderen te kunnen delen organiseer en gids ik al sinds 2012 groepsreizen naar het noorderlicht. Meestal in de wintermaanden maar ook in het najaar ben ik een aantal weken in het hoge noorden te vinden. Vooral in Lapland, Noord-IJsland of Noord-Noorwegen. In de winter ligt er sneeuw en ijs, in het najaar vriest het nog niet en is er veel water te vinden waarin het noorderlicht kan weerkaatsen. Elk seizoen heeft z'n charmes, waarbij het najaar ook geschikt is voor wie huivert van de kou. 

Op www.arcticans.be tref je een overzicht aan van de reizen die ik organiseer in samenwerking met Arcticans en Voigt Travel .7 tot 10 reizen per jaar worden door mezelf als gids en noorderlichtexpert begeleid.